‘Dit jaar ongekende volumekrimp in de zorg’ kopte op 21 juli een bericht van het Economisch Bureau van ING. ‘De coronacrisis laat diepe sporen na in de zorg. Na de massale uitval van vraag én aanbod in maart en april is het opstarten van de reguliere zorg nog volop gaande. Daarbij beperkt de anderhalvemeterrichtlijn de totale zorgcapaciteit. Een terugkeer naar volledige benutting van de zorgcapaciteit zal pas plaatsvinden wanneer een vaccin beschikbaar is. Tegelijkertijd schuiven vooral kwetsbare patiënten een doktersbezoek nog op de lange baan, uit angst voor besmetting. Ten opzichte van 2019 zal de terugval van het totale zorgvolume dit jaar naar verwachting tussen de 5 en 10% bedragen. Historisch gezien is dit uniek.’
Het geeft nog maar eens aan wat de zorgsector ook de komende tijd nog te wachten staat. In de afgelopen periode is onder ongekende druk gewerkt en niet zelden met gevaar voor de eigen gezondheid. Er moest heel wat geïmproviseerd worden. Dat dat zo goed lukte, mag heel bijzonder worden genoemd. Vergeet niet dat protocollen noodzakelijke improvisaties vaak in de weg staan en dat nadenken onder druk en creatieve oplossingen bedenken onder dergelijke omstandigheden extreem moeilijk is. Maar die oplossingen kwamen er desondanks wel: noodgedwongen creativiteit. Daar zullen – vooral ook positieve – lessen voor de toekomst uit getrokken kunnen worden, ware het niet dat er nauwelijks tijd voor reflectie zal zijn. Er is immers nog een slag te maken om de achterstanden in de reguliere zorg weg te werken en we moeten voorbereid blijven op een eventuele tweede golf van de corona-uitbraak.
De virusuitbraak heeft ook in de zorg al geleid tot ontwikkelingen die zich na deze pandemie naar alle waarschijnlijk voort zullen zetten. Zo was sinds het ingaan van de lock down een duidelijke toename van e-health-gebruik bij huisartsenpraktijken waarneembaar. Net als bij thuiswerken zal op z’n minst bij een deel van de zorggebruikers deze manier van communiceren met zorgverleners zo goed zijn bevallen, dat ze dit ook na deze crisis zullen blijven doen. Niet altijd en niet in alle gevallen natuurlijk, maar toch. Voor de langere termijn ben ik bijzonder positief gestemd over de zorgsector. Daar waar nogal eens wordt geroepen dat de zorg onbetaalbaar wordt – we kunnen immers steeds meer en we worden gemiddeld steeds ouder – denk ik dat de zorgsector aan de vooravond staat van een ongekende stroom aan verbeterslagen, die de zorgkosten aanzienlijk zullen verlagen. De reden? De combinatie van (wereldwijde) kennis, data en kunstmatige intelligentie (AI).
De IBM Watson supercomputer wordt nu ingezet voor de zorgsector: IBM Watson Health. Door de kennis en kunde van menselijke experts te combineren met verbeterde intelligentie, helpt IBM Watson Health zorgverleners en onderzoekers over de hele wereld om gegevens en kennis te vertalen in inzichten om beter geïnformeerde beslissingen te nemen. Het systeem wordt gevoed met een ongekende hoeveelheid informatie over ziektes en medicijnen, maar ook over patiënten. Het systeem leert over mijn genoom, over de medische geschiedenis van niet alleen mij maar ook mijn familieleden en kent al mijn biometrische data. Het systeem kan zelfs weten of ik onlangs op reis ben geweest.
Het zal duidelijk zijn dat het verzamelen en vooral verwerken van zoveel data over een specifieke persoon niet door een mens kan worden gedaan. Tegelijkertijd weten we allemaal dat de factoren die ik zojuist opsomde, van grote invloed zijn op mijn medische toestand en daarmee op mijn diagnose en mijn genspecifieke (!) behandeling. Ook worden er minder fouten gemaakt: in de diagnose en in het traject daarna. Zo is er getest met een robotapotheek, die niet alleen beschikt over zeer uitgebreide patiëntinformatie, maar die ook de passende medicijnen en interactie met eventuele andere medicijnen daarin meeneemt. Uit de test bleek dat het systeem 100% foutloos was, terwijl de Amerikaanse apothekers uit dit onderzoek een foutmarge van 1,7% scoorden. Geen heel slechte score, maar op de hele Amerikaanse bevolking toch nog 50 miljoen fouten op jaarbasis. Het hoeft geen betoog dat de kostenbesparingen alleen al daarop gigantisch zijn. Wat dat betreft zie ik een prachtige toekomst voor een sector waar een onmisbare factor als toewijding al heel lang de boventoon voert.
Hugo M. van der Horst
Hoofdredacteur Kwaliteit in Bedrijf