Operatiekamers nemen weliswaar slechts 6 procent van het ziekenhuisvloeroppervlak in beslag, maar zijn verantwoordelijk voor 30 procent van al het ziekenhuisafval. Dat kan en moet groener, vindt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het landelijk netwerk de Groene OK heeft een subsidie gekregen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en daarmee gaan artsen en onderzoekers een barometer ontwikkelen die ziekenhuizen inzicht geeft in de milieubelasting van hun OK.
Anesthesiegassen, de luchtverversing die 24/7 aanstaat en grote hoeveelheden afval, die maken operatiekamers (OK) in ziekenhuizen nou niet bepaald milieuvriendelijk. Eerder zijn er in het LUMC verschillende initiatieven gestart om dit terug te dringen, zoals het verminderen van milieubelastende verdovingsgassen op de OK en het scheiden van afval. Maar eigenlijk is het voor ziekenhuizen in heel het land helemaal niet duidelijk wat de milieu-impact van hun OK precies is en hoe ze zich verhouden tot andere ziekenhuizen.
170.000 kg OK-afval per jaar
Met de verkregen subsidie van €500.000 gaat het LUMC, samen met het Radboudumc en Gupta Strategists, onder andere een barometer ontwikkelen die de milieu-impact van OK-complexen in ziekenhuizen onderling kan vergelijken. ‘We focussen ons hierbij specifiek op de OK en op drie gebieden, namelijk energieverbruik, verbruik van materialen en procesindicaties. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan of er afspraken zijn gemaakt over het scheiden van afval’, legt Frank Willem Jansen, gynaecoloog in het LUMC en voorzitter van het Landelijk Netwerk Groene OK, uit.
Onder het motto ‘meten is weten’ heeft Jansen samen met de TU Delft in 2017 al een quickscan uitgevoerd. Hierin kwam naar voren dat de uitstoot van de operatiekamers in het LUMC 1500 ton CO2 bedraagt en dat er ruim 170.000 kg afval per jaar wordt geproduceerd.
Status van verduurzaming
Zo’n 12 ziekenhuizen leveren Jansen en collega’s nu gegevens aan waarop zij de barometer ijken. ‘Het is de bedoeling om de barometer na de ontwikkeling landelijk uit te rollen. Zo krijgen besturen, maar ook artsen, beter inzicht in de status van de verduurzaming van hun zorg. Dat kan leiden tot gerichte interventies, in maat en getal, om de zorg groener te maken’, besluit Jansen.