Hoe sterk is de Nederlandse maakindustrie? Op het onderdeel prijs leggen we het af tegen lagelonenlanden, maar is dat het enige wat een winnende propositie bepaalt? Kunnen we met de technologische ontwikkelingen aan onze zijde onze maakindustrie zo sterk maken, dat we lagelonenlanden kunnen verslaan en misschien zelfs uitbesteed werk weer terug kunnen halen? Wat zou daarvoor nodig zijn?
Door Hugo van der Horst
De propositie van maakbedrijven is uiteindelijk een mix van vooral product, prijs, kwaliteit en levertijd/ leverbetrouwbaarheid. Produceren op afstand – uitbesteding naar lagelonenlanden – mag dan grote voordelen bieden als het gaat om de productprijs, maar factoren als kwaliteit en communicatie zijn niet zelden lastig te beheersen. De gevolgen van het laat ontdekken van productafwijkingen worden bij produceren op afstand uitvergroot. Want als er in een productiehal ergens in Guangzhou iemand vindt dat de oppervlakte kwaliteit van uw product ‘best nog wel acceptabel is’ dan komt u daar pas achter als vele weken later de container uit China in uw magazijn geopend wordt. U hangt dan natuurlijk in uw beste Chinees direct aan de lijn, maar er wordt dan al wekenlang een afwijkend product geproduceerd… Wie de kosten voor zijn rekening neemt wordt misschien nog een heel gevecht, maar één probleem krijgt u zeker niet weggewerkt: u kunt uw leverafspraken niet na komen en daarmee uw klant de zijne ook niet.
Nog los van de ‘andere perceptie van kwaliteit’ die in dergelijke landen vaak heerst, is het in elk geval een stuk eenvoudiger om de kwaliteit van uw producten te beheersen in uw eigen fabriek op Hollandse (of Belgische) bodem. Sowieso kunt u veel eerder ingrijpen. Het onderwerp kwaliteit komt verderop in dit artikel nog een paar keer terug, maar u zult het met me eens zijn dat we het op dit aspect niet hoeven te verliezen – van geen enkel land. Voor de levertijd en de leverbetrouwbaarheid geldt hetzelfde voorbeeld als hierboven.