Aleid Ringelberg is gepokt en gemazeld in de wereld van arbeid en gezondheid. Van origine is ze basisarts, maar ze werkte vervolgens jarenlang voor de overheid op het ministerie van Sociale Zaken. Het menselijk bewegingsapparaat heeft haar grote interesse en dan met name in relatie tot de arbeidssituatie. Sinds vorig jaar is Ringelberg met pensioen, maar ze zet zich nog met volle overgave in voor het normalisatiewerk op het gebied van ergonomie. Want dat is echt nodig.
Werknemers moeten beschermd worden. Dat staat in de Arbowet maar ook in het enorm brede spectrum aan normen voor de werkplek. Ergonomie wordt daarbij echter vaak over het hoofd gezien, zegt Ringelberg. Ze kwam voor het eerst in de jaren tachtig in aanraking met NEN en normalisatie, vanuit een opdracht die ze destijds deed voor het ministerie van Sociale Zaken. ‘Het plan was om via normalisatie een aantal zaken te regelen over fysieke belasting, net zoals dat al gebeurd was voor fysische factoren. Zo ben ik met NEN en de normcommissies in aanraking gekomen. Toen de overheid zich terugtrok uit het normalisatieproces ben ik betrokken gebleven bij normalisatie. Ik kon mijn expertise en visie over arbeid en gezondheid goed kwijt in de normcommissie Fysieke belasting.’
Hoog verzuim
Helaas is er voor ergonomie geen nationale normcommissie meer. Het onderwerp wordt momenteel verdeeld over verschillende normcommissies. Wel is er nog het Ergonomie Platform, maar dat leidt een slapend bestaan, zo ziet Ringelberg. Ze is dan ook vooral internationaal actief om normalisatiewerk voor te bereiden door het samenbrengen van experts in de werkgroepen Biomechanics en Human Physical Force. Die werkgroepen hebben al behoorlijk wat succes geboekt. Zo is er de nieuwe norm voor tillen uit voortgekomen, ISO 11228-1. ‘Ook gaan we in de werkgroepen normen herzien op het gebied van duwen en trekken en frequent handelen. Verder zijn er Technical Reports, bijvoorbeeld voor het tillen van patiënten in ziekenhuizen.’
‘Die normen zijn stuk voor stuk belangrijk in het voorkomen van overbelasting’, zegt Ringelberg. ‘Ze dragen allemaal bij aan het voorkomen van aandoeningen aan het houdings- en bewegingsapparaat. Veel rugklachten, schouder- en nekklachten ontstaan door overbelasting en verkeerde werkhouding. Dat komt in heel veel beroepen voor. De normen bieden een soort basis waar je je als werkgever en werknemer aan kunt houden. Zo voorkom je een hoog percentage aan verzuim. In het verleden is wel eens becijferd dat ziekmeldingen in relatie tot het bewegingsapparaat wel tot dertig procent van het totaal bedroegen. Dat is echt enorm. Het gebruik van normen kan daarbij werkelijk helpen.’
Datzelfde geldt voor normen voor fabrikanten of producten en machines die de Europese markt op willen. Voldoen die producten of machines aan normen op het gebied van fysieke belasting, dan helpt dat om aan Europese regels te voldoen.
Nieuw bewustzijn
Om verzuim te doen dalen en de gezondheid van werknemers te verbeteren, moet er wel een nieuw bewustzijn over het onderwerp ergonomie – en meer specifiek fysieke belasting – worden gekweekt. Ringelberg: ‘Het onderwerp wordt nog steeds onderschat. Ik zie wel, en dat is positief, dat er tegenwoordig steeds meer aandacht is voor onderbelasting, dus teveel zitten of te lang achter het beeldscherm werken. Dat zie je nog niet echt in normalisatie terug, maar er wordt wel steeds meer actief geadviseerd om afwisselend te werken en taakroulatie toe te passen.’
Meedoen helpt
Normalisatie biedt ruimte aan de Nederlandse markt. ‘Vooral bedrijven die op zoek zijn naar kennisontwikkeling en verbetering van hun werkprocessen kunnen hierin kansen grijpen. Normalisatie biedt mogelijkheden om mee te doen en je netwerk te verbreden, zowel nationaal, Europees als mondiaal. Door mee te doen voorkom je dat anderen voor jou beslissen.’
Toegankelijker
Momenteel is Ringelberg met haar werkgroepen bezig om te kijken of de Europese en internationale normen die nu nog een verschillende insteek hebben, samen te voegen zijn. ‘Dan heb ik het over de ISO- en CEN-normen voor tillen, duwen en trekken en frequent handelen. Het geharmoniseerde deel moet als Europese norm wel overeind blijven. Dit proces biedt nieuwe deelnemers kansen om hun expertise in te brengen en zo invloed uit te oefenen op waar het heen gaat qua normalisatie.’
Samenvoegen van deze drie normen levert simplificatie op, waardoor fabrikanten beter kunnen voldoen aan de vereisten uit de Machinerichtlijn. ‘Door de normen samen te voegen willen we zorgen dat ze toegankelijker en begrijpelijker worden, zodat meer partijen ze gaan gebruiken en ook de drempelvrees om met fysieke belasting aan de slag te gaan, lager wordt. Ik weet dat de interesse er is; het is een kwestie van het op de juiste manier toegankelijk maken van de kennis. Zo is er bijvoorbeeld de mogelijkheid om een kleine inkijk te krijgen in een norm, waarvoor niet betaald hoeft te worden.’
Van die mogelijkheid wordt veel gebruik gemaakt. NEN werkt aan nieuwe manieren om normen nog toegankelijker te maken. Ze adviseert bedrijven die met normen aan de slag gaan zich te laten bijstaan door bijvoorbeeld een ergonoom of een productontwikkelaar. ‘Het is niet zomaar een onderwerp waar je even op een regenachtige zondagmiddag mee aan de slag gaat. Het vergt veel kennis en kunde om een norm goed toe te passen.’
Direct naar de praktijk
Voor de norm over tillen, ISO 11228-1, wonnen Ringelberg en haar collega’s onlangs de NIOSH Bullard-Sherwood Research to Practice Award. NIOSH is een gerespecteerd instituut op het gebied van occupational health. De prijs werd vooral toegekend vanwege het overbrengen van kennis naar de praktijk. Ringelberg: ‘In de norm staan bijvoorbeeld grenswaarden voor tillen in samenhang met het aantal keren dat je tilt en de tilafstand. Het is een hele concrete norm die direct toepasbaar is in de praktijk. Bedrijven kunnen er meteen mee aan de slag en hij is heel duidelijk.’
Deze norm staat wat Ringelberg betreft model voor de richting die normalisatie van fysieke belasting zou moeten opgaan. ‘Er is zoveel kennis beschikbaar. Het zou mooi zijn, zowel voor het bestrijden van ziekteverzuim als voor het verbeteren van de fysieke gezondheid van de werknemers, om die kennis te ontsluiten en toe te passen in de praktijk. Deelname aan normalisatie is daarvoor een uitstekende start en NEN kan een hele belangrijke rol spelen om alle stakeholders bij elkaar te brengen. Dan kunnen we nationaal gaan kijken hoe we internationaal kennisinbreng kunnen organiseren, maar tegelijkertijd normalisatie ook voor bedrijven en fabrikanten praktisch toepasbaar maken.’
Dit artikel is eerder geplaatst in het magazine van Kwaliteit in Bedrijf
Kennismaken met Kwaliteit in Bedrijf? Vraag hier dan een proefabonnement aan of neem een abonnement en krijg het magazine 6x per jaar toegestuurd.