Nederland streeft naar een circulaire economie waarin we afval als grondstof inzetten. Met wetten en regels wordt voorkomen dat er in de materialen of producten die hiervan worden gemaakt, stoffen zitten die schadelijk zijn voor mens en milieu.
Voor afval waar zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) in zitten, gelden extra strenge regels. Op basis daarvan bepalen bedrijven en overheden of het afval geschikt is om te recyclen of moet worden vernietigd. Een deel van deze regels staan in het Circulair Materialenplan (CMP), dat Rijkswaterstaat nu voor de overheid aan het maken is.
Voor dit plan heeft het RIVM uitgezocht bij welke concentratie aan ZZS een extra beoordeling nodig is om te bepalen of recycling veilig is. Het RIVM adviseert hiervoor een algemene grenswaarde voor de concentratie van ZZS in afval te gebruiken. Dit is 1 gram ZZS per kilogram afval (0,1 gewichtsprocent). Deze regel geldt tenzij er voor een stof een strengere concentratiegrenswaarde bestaat. Onder de 0,1 procent is geen extra risicoanalyse verplicht om het afval te kunnen gebruiken. Dit advies is hetzelfde als het RIVM in 2017 gaf en is nu met meer kennis onderbouwd.
Met het advies sluit Nederland aan op verschillende Europese wetten over het veilig omgaan met schadelijke stoffen. Met een algemene grenswaarde worden ingewikkelde en tijdrovende procedures voorkomen.
Ook voor het product waar het gerecyclede materiaal in wordt gebruikt, gelden grenswaarden voor ZZS. Voor speelgoed en cosmetica gelden bijvoorbeeld strenge productnormen. Dan zijn maar kleine hoeveelheden ZZS toegestaan of ze zijn helemaal verboden. Het kan zijn dat deze normen strenger zijn dan de voorgestelde algemene grenswaarde.
Tot slot adviseert het RIVM de algemene concentratiegrenswaarde ook te gebruiken voor slecht afbreekbare stoffen. Dit geldt ook voor mengsels van meerdere ZZS in afvalstromen.
NRK vindt het belangrijk om te benadrukken dat dit nog slechts een advies is en dat het op dit moment niets verandert aan de bestaande procedures.