Pijnlijk. Ik nam een risico en dat kostte wat schade. Het risico van het vallen had ik op het moment van handelen niet in mijn hoofd. Achteraf was het dat niet waard, we speelden niet eens een wedstrijdje. Maar in het moment gaf het me vleugels en verlegde ik mijn grenzen en ging ik voor goud!
In een bedrijfssituatie wil je als kwaliteitsprofessional het liefst alle mogelijke risico’s in kaart brengen en deze zo goed mogelijk met beheersmaatregelen tot acceptabele restrisico’s terugbrengen. Een stabiel voorspelbaar proces en als alles goed loopt: vooral niets veranderen. Niet heel realistisch, omdat we in de veranderende wereld om ons heen niet kunnen blijven doen wat we deden. Continu verbeteren, meebewegen met de context, creativiteit en innovatie maken dat processen zullen wijzigen – risico’s dus ook.
Dat geldt ook voor mij als hobby-sporter. Als ik blijf doen wat ik deed, dan zullen mijn conditie, mijn techniek en mijn speltactiek niet verbeteren. En mis ik uiteindelijk de zoete beloning: voldoening halen uit het resultaat en het plezier. Dat gold ook voor de sporters van de Olympische spelen afgelopen zomer. Wat denk je van de finale van het 3 x 3 basketbal? Frankrijk tegen Nederland, waarbij Worthy de Jong van Nederland in de laatste seconde het winnende punt maakt. Niemand dacht dat het nog binnen de tijd zou lukken, maar hij dacht vast: ‘Ja, die is voor mij, die haal ik nog wel, kom op!’ Zo ga je voor goud!
Hadden die sporters alle risico’s goed in beeld? Ik denk het wel. Ze waren goed voorbereid en getraind, goed gevoed en uitgerust. Als team werkten ze als een geoliede machine, creatief en sportief samen. Lijkt mij een goed recept om in mijn werkpraktijk ook toe te passen: kaders scheppen waarbinnen er veilig met risico’s omgegaan kan worden. Successen vieren en zo nu en dan weer even met de grenzen geconfronteerd worden. Klinkt aardig als PDCA…
En… hoe ga jij voor goud? w