Ruim dertig paar ogen kijken in – of nog vaker naast – de camera, in afwachting van wat er gaat komen. Bij sommigen zie ik interesse en verwachtingsvolle blikken, maar daarnaast zie ik ook videomeeting-moeheid, herkenbaar aan de onderuitgezakte houding na al een ochtend van online presentaties, Teams-overleggen en Zoommeetings.
Voor veel mensen zijn videomeetings het nieuwe werken geworden, een onderdeel van de dag, voor sommigen zelfs voor het overgrote deel van de dag. Enerzijds is het dé oplossing tijdens het thuiswerken en is het een zegen dat we de mogelijkheid hebben om vanuit onze werkplek thuis toch met collega’s te kunnen overleggen, webinars te volgen en vergaderingen en trainingen bij te wonen. Anderzijds vergaat ons geregeld de zin in weer een overleg, weer het kijken naar dat scherm en dan de aandacht erbij proberen te houden.
Vandaag ben ik degene die een webinar gaat geven en aan mij de taak om de aandacht van de deelnemers vast te houden en de strijd aan te gaan met de afterlunchdips. Ik doe mijn best niet teveel uit te weiden, de deelnemers aan het denken te krijgen en om het geven van informatie en interactieve stukjes (lang leve de quiz) af te wisselen. Na anderhalf uur eindigt de sessie en ik heb het gevoel dat het goed is gegaan. Er waren vragen gesteld, slechts 1 persoon was halverwege afgehaakt (slechte verbinding of andere reden?) en de meesten deden enthousiast mee.
Als ik een paar dagen later de evaluatieformulieren lees, overvalt me een gevoel van lichte teleurstelling. Sommigen vonden het toch te lang duren, konden het niet altijd goed verstaan en soms haperde het beeld.
Op dat moment ervaar ik het digitale werken als een vloek en zie ik meer dan ooit uit naar het moment dat dertig paar ogen mij gewoon ‘live’ aankijken.
Susanne Slenders, trainer bij TWI Instituut.