Dat het Nederlandse bedrijfsleven interesse heeft in China is logisch. Met deze grootmacht kun je handel drijven en technologische kennis uitwisselen. Maar wat hebben Nederlandse zorgorganisaties in China te zoeken?
Door Eveline van Herwaarden
De eerste die met de gedachte speelde dat Chinese en Nederlandse zorgorganisaties iets van elkaar zouden kunnen leren was Erica Terpstra, sinoloog en eind jaren ’90 staatssecretaris van VWS. Haar opvolgster, Margo Vliegenthart, ging met het idee aan de slag en sindsdien is er een lijntje tussen VWS en China. Jan Booij, nu consultant, maar in die tijd directeur van verpleeg- en verzorgingshuizen in Den Haag, is vanaf het begin betrokken. ‘De Chinezen hadden destijds vooral interesse in de ouderenzorg hier in Nederland. Samen met enkele andere organisaties staken wij onze hand op. Er ontstonden in deze periode jarenlange samenwerkingen, met name op het gebied van ouderenzorg en onderwijs. De Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en de Haagse Hogeschool hebben bijvoorbeeld nog steeds een uitwisseling. Bijna tweehonderd Chinese ziekenhuisdirecteuren zijn al bij ESHPM getraind in leiderschap en innovatie.’
Booij kent de zorg in China inmiddels goed en begeleidt organisaties die met Chinese zorginstellingen willen samenwerken. Volgens hem valt er juist in een omgeving die zo anders is dan de onze veel te leren. ‘Als je naar een congres met andere Nederlandse verpleeghuisdirecteuren of geriaters gaat, hoor je niet zo heel veel nieuws. Je staaft je eigen ideeën aan die van anderen in dezelfde horizontale werkelijkheid’, zegt Booij. ‘Een land als China stelt vragen aan jezelf, het prikkelt en inspireert. Mits je daarvoor openstaat natuurlijk.’

Jan Booij als moderator tijdens een discussiebijeenkomst tussen medewerkers van het Suzhou Social Welfare Institute (SSWI) en de Haagse Hogeschool (HHs).
De silver economy
Dit voorjaar trok ook Hugo de Jonge, minister van VWS, naar China. Gezien de overeenkomstige uitdagingen van een vergrijzende bevolking staat het thema ouderenzorg nog altijd centraal in deze missies. Bedrijven als Philips, Nutricia en Enraf-Nonius vergezelden De Jonge, in de hoop mee te liften op de ‘silver economy’ die in China verwacht wordt. In China wonen ongeveer 200 miljoen ouderen en in de komende veertig jaar zal dat aantal verdubbelen.
‘Een uitdaging van enorme omvang en een thema dat ook hier speelt’, zegt Booij. ‘Daarin kunnen we elkaar vinden. Er zijn al Nederlandse investeerders die zich op de Chinese zorgmarkt begeven. Zij bouwen bijvoorbeeld zorgcomplexen, vooral voor de rijkere Chinezen. Zelf vind ik het leggen van verbindingen tussen mensen, het leren van elkaar, interessanter.’ Dat is ook precies wat het Reinier de Graaf ziekenhuis van de recent opgestarte samenwerking met het Suzhou Municipal Hospital verwacht. Manager kwaliteit en veiligheid Daphnis Brederode: ‘Ons ziekenhuis wil in alle opzichten een lerende organisatie zijn, het is een van de kernpunten in ons beleid. We stimuleren dat onze artsen en verpleegkundigen zich voortdurend afvragen: waar kan ik leren? Het contact met China kan hen extra prikkelen.’
Brederode maakte twee jaar geleden de overstap naar de zorgsector, na een loopbaan bij Shell. ‘Ik was dus gewend aan een mondiaal opererende organisatie en wist hoe inspirerend dat kan zijn. Toen de mogelijkheid zich aandiende om contacten te leggen met een Chinees ziekenhuis, leek me dat we die kans moesten grijpen. Al bij het eerste bezoek aan China voelde ik dat zij ook die gretigheid hebben om te leren en zich verder te ontwikkelen.’
Verwondering en geduld
In februari van dit jaar stuurde het Delftse Reinier de Graaf een eerste afvaardiging naar China. Je zou het een verkenningsmissie kunnen noemen. Want, zo leren we van Booij, het is belangrijk om de tijd te nemen, alles op je in te laten werken en een band op te bouwen. ‘Het eerste bezoek staat in het teken van kennismaken, een begin maken om te begrijpen hoe het daar werkt’, zegt hij. ‘Je moet enigszins snappen in welke context de organisatie functioneert binnen de stad, binnen het bestuurlijke en politieke systeem. Bovendien is het opbouwen van ‘lían xì’ voor Chinezen enorm belangrijk. Het staat voor verbinding, wederzijds vertrouwen en respect.’
Flip Tabeling, psychiater bij GGZ Delfland, ervaarde tijdens zijn eerste bezoek in 2018 hoeveel de Chinezen daarin investeren. ‘Jan had ons daar goed op voorbereid’, vertelt hij. ‘De eerste dag is volledig gereserveerd om elkaar te leren kennen. Daar wordt de tijd voor genomen, je wordt als een koning ontvangen en voelt je overal een gast. Alleen daar kunnen wij al van leren. Maar ook om eerst eens af te tasten hoe het daar nou allemaal werkt, want wij Nederlanders hebben nogal de neiging om meteen “tegen iedereen aan te gaan lullen” en overal iets van te vinden.’ Zowel Tabeling als Brederode hebben het eerste bezoek als overweldigend ervaren, een week vol verwondering. Over de omvang van het land, het straatleven, de diners en de contacten met de collega-zorgverleners. Er waren overeenkomsten, maar ook grote verschillen. Brederode: ‘We zien veel potentie, maar realiseren ons wel dat dit geen projectje is van een jaar. We trekken er drie jaar voor uit om een band op te bouwen en de samenwerking vorm te geven.’

Daphnis Brederode en Zhang Pei volgen met interesse het gebruik van handhelds en QR-codes, toegelicht door een verpleegkundige in een Chinees ziekenhuis in Wuxi.
Een lerende organisatie
Het Reinier de Graaf ziekenhuis heeft enkele jaren terug drie speerpunten gekozen: moeder en kind, oncologie en ouderen. De zorg in het ziekenhuis wordt rond deze patiëntgroepen georganiseerd, waarmee het denken vanuit medische vakgroepen wordt losgelaten. In Suzhou, een moderne stad vlakbij Shanghai met meer dan zes miljoen inwoners, werd een geschikt partnerziekenhuis gevonden. Een stad waar al meer samenwerkingsrelaties waren opgezet.
‘Het ziekenhuis heeft drie locaties, die precies rond deze drie speerpunten zijn georganiseerd’, vertelt Brederode. ‘Daarom namen we in onze delegatie onder meer een specialist ouderengeneeskunde en een uroloog gespecialiseerd in prostaatkanker en robotchirurgie mee. De eerste chats en videocalls tussen geriaters, urologen en verpleegkundigen zijn al opgestart. Zelf spreek ik veel met een vrouwelijke arts in Suzhou. Zo ontstaan er steeds meer ideeën over hoe we kennis kunnen uitwisselen en wat we van de samenwerking verwachten. We denken bijvoorbeeld aan stages over en weer of meekijken bij operaties. Er zijn ook al voorbereidingen om een delegatie uit China naar Delft te laten komen en voorzichtige gedachten om samen wetenschappelijk onderzoek te doen.’
Het bezoek aan China heeft Brederode enorm geïnspireerd, ze ziet allerhande mogelijkheden om elkaar te versterken in leren en ontwikkelen. ‘In het Reinier de Graaf draait kwaliteit om “terug naar de bedoeling”, naar de kern van ons handelen en aandacht voor de patiënt. We willen een lerende organisatie zijn en daarvoor is een open cultuur, waarin je vragen mag stellen, ontzettend belangrijk. Volgens mij past dat heel goed bij het contact met China.’
Een demografische tijdbom
China vergrijst in hoog tempo, een ontwikkeling die de regering zorgen baart. Het land kent 1,4 miljard inwoners en zal in 2050 meer ouderen hebben dan de rest van de wereld bij elkaar. Jan Booij: ‘Tel daarbij op dat ze drie generaties lang een éénkindpolitiek hebben gehad en je hebt een demografische tijdbom. Van oudsher is het gebruikelijk dat kinderen voor hun bejaarde ouders zorgen. Maar de meeste kinderen zijn naar de grote steden in het oosten getrokken en hebben geen tijd om naar hun ouders te gaan.’ Vergrijzing is tot een van de grote speerpunten in het Chinese overheidsbeleid benoemd. Respect voor ouderen is namelijk belangrijk in de Chinese cultuur, maar er zijn ook zorgen over het ontstaan van sociale onrust als ouderen aan hun lot worden overgelaten. De overheid zoekt daarom naar nieuwe vormen van zorg en opvang, waarbij in pilotsteden wordt geëxperimenteerd met bijvoorbeeld thuiszorg, dagopvang en maaltijdbezorging.
Volgens Booij ziet China Nederland als een voorbeeld. ‘Chinezen zijn slim, ze kijken per onderwerp waar ze in de wereld de best practices kunnen vinden. Ze houden van rankings en als het om gezondheidszorg gaat, staat Nederland vaak bovenin’, legt hij uit. ‘Wij zijn ons daar niet altijd van bewust, maar onze ouderenzorg behoort tot de betere in de wereld. Thuiszorg, wijkverpleging, geriatrie en zelfs euthanasie, ze willen er alles van weten.’ Het groeiende aantal ouderen is ook voor de Nederlandse gezondheidszorg een grote uitdaging. Niet alleen neemt het aantal ouderen toe, ze worden ook ouder, krijgen chronische, complexe ziekten en vaker psychische problemen. En ook hier wordt het organiseren van mantelzorg steeds moeilijker.
‘Ik vind het machtig interessant om te zien hoe zij, vanuit een andere context en cultuur, met deze vraagstukken omgaan’, zegt psychiater Tabeling. ‘Dementie, depressie en eenzaamheid onder ouderen nemen ook in China toe. Wij hopen daarin van elkaar te leren. Wat ik tot nu toe gezien heb, was inspirerend. Ze zijn bijvoorbeeld buitengewoon vriendelijk en geduldig met patiënten en respectvol naar ouderen. Ik ben ook heel benieuwd hoe hun psychiatrisch denken zich verhoudt tot het onze.’

Focus op technologie
Iets anders wat Tabeling opviel was het gebruik van technologie. China heeft een sterke focus op technologie, als een van de oplossingen voor de zorgvraag van het groeiende aantal ouderen, maar ook omdat de beroepsbevolking krimpt. ‘In het Suzhou Welfare Institute, waar veel oudere mensen wonen, zagen we interessante toepassingen van moderne technologie’, zegt Tabeling. ‘Iedere bewoner of patiënt heeft bijvoorbeeld een QR-code naast zijn deur. De arts die een patiënt bezoekt, houdt zijn smartphone voor die code en binnen no time verschijnt het patiëntendossier op het scherm. Zoiets is natuurlijk heel handig. In het algemeen waren de zorginstellingen veel moderner dan ik vooraf had bedacht.’ Booij vertelt dat de inzet van technologie in de Chinese gezondheidszorg veel verder is dan in Nederland. E-health ontwikkelt zich bijvoorbeeld in een hoog tempo. Er komen steeds meer online consulten en kantoorruimtes vol met digitale dokters, ondersteund door artificial intelligence.
‘Chinezen hebben geen angst voor technologie zoals wij die vaak wel hebben’, zegt Booij. ‘Privacy is in dit land ook geen issue. Die combinatie heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat ze al veel verder zijn met big data. De overheid weet zo ongeveer alles van haar inwoners en de gemiddelde Chinees doet niets meer zonder zijn smartphone. Zonder WeChat, een soort uitgebreide versie van Whatsapp, waarmee je ook kunt betalen, bestellen of bijvoorbeeld een taxi boeken, begin je in China niks. Wij zullen misschien een andere weg kiezen, maar het is wel interessant om het in de praktijk te zien.’
Andere voorbeelden van het gebruik van technologie zijn serious gaming, domotica en robotchirurgie. Brederode zag in het ziekenhuis een aantal mooie toepassingen. ‘Overal worden handhelds en QR-codes gebruikt, zoals bij het verstrekken van medicijnen. En het digitale systeem op de verloskamers, dat vrouwen helpt om ontspannen te bevallen, vond ik ook indrukwekkend’, vertelt ze. ‘De Chinese artsen waren juist weer bijzonder geïnteresseerd in de Da Vinci robot waarmee urologen in het Reinier de Graaf ziekenhuis prostaatkanker behandelen.’
Acupunctuur en Tai Chi
Niet alleen nieuwe technologie kan inspireren, juist ook oude Chinese gebruiken en geneeskunst zetten de Nederlandse zorgverleners aan tot denken. Te zien hoe groepjes mensen samen op straat Thai Chi beoefenen en tot op hoge leeftijd blijven bewegen, was voor de Nederlandse bezoekers bijzonder. Het gebrek aan privacy binnen de zorginstellingen eveneens.
Er werden ziekenhuizen bezocht die volgens de traditionele Chinese geneeskunde werken. Hun marktaandeel ligt rond de twintig procent, maar ook in de ziekenhuizen die op de Westerse geneeskunde gestoeld zijn, worden veel traditionele behandelingen toegepast. Acupunctuur, massages, hete stenen en cupping bijvoorbeeld. ‘In Reinier de Graaf zijn we ook steeds meer bezig met positieve gezondheid’, zegt Brederode. ‘We willen oprechte aandacht voor onze patiënten en meer inzetten op wat zij nodig hebben om te herstellen of met hun ziekte om te gaan. In China is dat meer geïntegreerd dan hier. Het zal me niet verbazen als we daar iets van kunnen opsteken.’ Ook de GGZ-instelling uit Delft kijkt hier met een open blik naar. Tabeling: ‘Wij doen alles volgens de Angelsaksische psychiatrie, met de Verenigde Staten als middelpunt. We lezen voornamelijk Engelse en Amerikaanse vakliteratuur en bekijken de patiënt en zijn aandoening door onze eigen culturele bril. Ik geloof niet dat wij alles fantastisch doen en zij niet: er valt een hoop te leren. Wie weet gaan we hier nog eens acupunctuur toepassen bij een onrustige patiënt, wie zal het zeggen!’
Een open houding
Voor november staat een volgende reis van GGZ Delfland naar Suzhou gepland, de eerste die volledig in het teken van psychiatrie staat. De samenwerking zal hier concreter vorm krijgen. ‘We willen per jaar een thema bedenken, ouderenpsychiatrie bijvoorbeeld’, zegt Tabeling, ‘en dan via online refereeravonden of patiëntendemonstraties kennis uitwisselen. We denken er ook aan om over en weer een paar maanden met elkaar mee te lopen. Je kunt bijvoorbeeld psychologen, psychiatrisch verpleegkundigen of werkbegeleiders aan elkaar koppelen. Ik zag veel overeenkomsten in de manier van werken. Samen met alle verschillen die er ook zijn, denk ik dat het contact ons veel kan brengen.’
De Delftse zorginstellingen zijn van plan om hun ervaringen en opgedane kennis met elkaar te delen. Samen met de Haagse Hogeschool, de Erasmus Universiteit en Ipse De Bruggen. Tabeling: ‘Volgens mij zien we er allemaal het nut van in om ‘buiten onze culturele oogkleppen te kijken’. We zijn een internationale cultuur aan het worden en zullen ons meer moeten verdiepen in andere culturen. Voor veel mensen is China als aankomende wereldmacht een ‘angstgegner’. Ik denk dat je elkaar dan juist moet opzoeken en samenwerken, anders werkt het uiteindelijk tegen je.’ Of zoals Brederode het verwoordt: ‘De wereld wordt alleen maar beter als je verbinding legt met elkaar en verschillen probeert te begrijpen. Er gebeurt in China zo veel, daar willen wij bij zijn.’